Jump to Navigation

Het verwijderen van centraal veneuze katheters

Auteur; Bart Biemond

 

1. Toepassingsgebied
Hematologische patiënten met een centraal veneuze katheter

 

Definities
Onder centraal veneuze katheter wordt hier verstaan katheters transcutaan ingebracht in: 

  • vena jugularis  
  • vena subclavia
  • vena femoralis

Katheters in de vena jugularis of subclavia worden gebruikt voor het toedienen van cytostatica en/of parenterale voeding. De vena femoralis katheter wordt gebruikt voor plasma-, leukaferese en erytroferese. Voor het omgaan met chirurgisch ingebrachte katheters zoals portacath en getunnelde subclavia katheter wordt verwezen naar de desbetreffende protocollen.

 

2. Doel
Beschrijven van de indicaties voor-, en maatregelen bij het verwijderen van centraal veneuze katheters.

3. Procedure 
3.1 Redenen voor het verwijderen van een centraal veneuze katheter zijn: 

  • De patiënt is klaar met de therapie of ferese en heeft de katheter dus niet meer nodig
  • Er zijn aanwijzingen voor een katheter gerelateerde trombose
  • Alle lumina van de katheter zijn verstopt en lukt niet deze weer open te krijgen
  • (Verdenking op) katheter infectie onder de volgende omstandigheden (zie ook: infectie van de centraal veneuze katheter):
    • ernstig zieke patiënt met hypotensie en/of orgaanfalen ook als er (nog) geen positieve kweek is.
    • Evidente katheter poort infectie
    • Positieve bloedkweek met Staphylocoocus aureus, candida, Corynebacterium JK of Gram negatieve staven.
    • Persisterend positieve bloedkweken met CNS of koude rillingen onder adequate (vancomycine) therapie. Cave geïnfecteerde trombus.

 

3.2 Verwijderen van een centraal veneuze katheter

  • Het verwijderen van ongetunnelde subclavia-, jugularis-, of femoraliskatheters
    is een voorbehouden handeling en behoort tot het AMC-basispakket. Dit betekent dat altijd een schriftelijke opdracht van de arts noodzakelijk is en de verpleegkundige bekwaam dient te zijn voor uitvoering. De arts of haar/zijn vervanger moet oproepbaar zijn.
  • De procedure is beschreven in het kwadraetprotocol: verwijderen van een ongetunnelde katheter.
  • Manifeste bloedingsneiging is een contra-indicatie. Deze dient eerst gecorrigeerd te worden. Bij een trombocytenaantal <10x10E9/l of aanwezigheid van natte purpura worden eerst 5 eenheden trombocyten gegeven. Bij een trombocytenaantal >10x10E9/l en ontbreken van natte purpura is er geen indicatie om voor het verwijderen trombocyten toe te dienen. Bij ernstige plasmatische stollingsafwijkingen vindt zo mogelijk eerst eerst correctie plaats door middel van vitamine K, stollingsfactoren of vers plasma. Bij patiënten met een trombocytopenie dient bij het verwijderen van een femoraliskatheter wel extra aandacht aan het afdrukken te worden besteed.

 

4. Verantwoordelijkheden

  • De behandelend arts is verantwoordelijk voor het stellen van de indicatie voor het verwijderen van de katheter. Hij zorgt indien nodig voor correctie van bloedingsneiging. Hij geeft de bevoegde verpleegkundige schriftelijk de opdracht de katheter te verwijderen via het formulier "AMC-DIANET behandelopdracht Aferese-medisch". In geval van katheterinfectie geeft hij opdracht de tip van de katheter voor kweek in te sturen.
  • De bevoegde verpleegkundige verwijdert de katheter zoals vast gelegd in kwadraetprotocol: verwijderen van een ongetunnelde katheter.

 

5. Literatuur

n.v.t.

 

6. Benodigdheden

n.v.t.

7. Bijbehorende documenten 

8. Bijlagen
geen

 

Geldig 10 oktober 2014 
JHM-VCK-006 versie 4

Onder beheer van afdeling: 
F6-zuid