Richtlijn essentiële trombocytose
Auteur: Bart Biemond
Symptomen
- Geen
- TIA´s, amaurosis fugax, meralgia paresthetica
- Andere (veneuze) trombotische events
- Bloedingen bij zeer hoge trombocytenwaarden
- Laat:
- Secundaire myelofibrose
- Transformatie naar AML
Diagnose
- Trombocytose
- Uitsluiten reactieve trombocytose (ijzergebrek, maligniteit, infectie, chronisch ontstekingsproces, status na splenectomie, etc)
- JAK 2 mutatie bij ongeveer de helft van de patiënten
- Toename van megakaryocyten (vaak geclusterd) en afwezigheid van fibrose in het beenmerg
- afwezigheid Philadelphia-chromosoom, negatieve PCR t(9;22)
Risicostratificatie met betrekking tot trombose en bloeding en behandeling
Risico profiel | Definitie | Behandeling |
Laag risico |
|
Carbasalaatcalcium 1 dd 100 mg of Acetylsalicylzuur 1 dd 80 mg |
Intermediair risico |
|
Carbasalaatcalcium 1 dd 100 mg Cytoreductieve therapie optioneel bij |
Hoog risico |
|
Carbasalaatcalcium 1 dd 100 mg |
* Cardiovasculaire risicofactoren: hypertenise, roken, diabetis mellitus, hypercholesterolemie
** Trombocyten > 1500.109/l vormt met name een risicofactor voor bloeding indien gecombineerd met Ascal of acetylsalicylzuur agv verworven ziekte van Willebrand
Cytoreductie
Voor cytoreductieve therapie bestaan verschillende opties.
Eerste keuze is hydroxycarbamide. In een vergelijkend onderzoek met anagrelide (tweede keuze) bleek hydroxycarbamide superieur vooral bij patienten die JAK2 positief waren.
Anagrelide is geïndiceerd bij patiënten die hydroxycarbamide niet verdragen of hierop onvoldoende reageren.
Interferon-alfa (ongepegyleerd) is geïndiceerd bij zwangerschap.
Ten aanzien van het risico op leukemie zijn er geen studies die een verhoogd risico op transformatie naar AML door behandeling met hydroxycarbamide (dit is wel vastgesteld voor behandeling met 32fosfor en busulfan).
Protocollen
- Er zijn geen studies
Literatuur
JHM-RET-060 versie 1
Geldig 5 maart 2013