Jump to Navigation

Chronische graft-versus-Host disease (GvHD)

Auteur: Ellen Meijer
Autorisator: Sacha Zeerleder, Juleon Coenen

Diagnostiek en classificatie van chronische GvHD

Diagnose cGVHD volgens bijlage (tabel 1 en 2):
1) Aanwezigheid van 1 diagnostische bevinding of
2) Aanwezigheid van 1 karakteristieke (distinctive) bevinding bevestigd door histologisch, radiologisch of ander (bv Schirmer test) onderzoek met uitsluiting van andere potentiële oorzaken

Classificatie van cGVHD volgens bijlage (tabel 1 en 2):
1) Mild:
≤ 2 orgaanlokalisaties (long uitgesloten) met orgaan score 1

2) Moderate:
≥ 1 orgaanlokalisaties met orgaan score 2
OF
≥ 3 orgaanlokalisaties met orgaan score 1
OF
Longlokalisatie score 1

3) Severe:
Orgaan score 3 in welk orgaan dan ook
OF
Longlokalisatie score ≥ 2

 

Behandeling chronische GVHD

symptomatisch mild 

lokale therapie:

  • huid: corticosteroidcreme 1-2 dd (b.v. 0.1% triamcinolon of betamethason 0.05%) tot rash verdwenen is
  • ogen: conserveermiddelvrije kunsttranen (Hyabak, duratears monofree) of carbomeer ooggel (2 mg/g):
  • oropharynx:
    dexamethason elixer 0,11 mg/ml 6 dd 10 ml mond spoelen ged 5 min, daarna uitspugen en 15 min niet eten/drinken
    bereidingsvoorschrift: zie bijlage
  • hierbij gebruiken: fluconazol 1dd 50 mg p.o.
    indien onvoldoende resultaat na 4 weken:
    tacrolimuszalf 0.1% in hypromellose 20% 3 dd lokaal appliceren, nadien half uur niet eten/drinken
    bereidingsvoorschrift: zie bijlage

moderate/severe

  • prednison 1 dd 1 mg/kg p.o.
  • ciclosporine hervatten in dosis waarmee eerder adequate bloedspiegels werden bereikt; bedenk: effectiviteit van ciclosporine in deze setting is alleen bewezen bij een trombocytopenie < 100, dus bij eerdere toxiciteit of andere bezwaren kan de ciclosporine achterwege gelaten worden
  • bij leverbetrokkenheid: ursodeoxychol 2 dd 300 mg p.o. tot normalisering leverenzymen/bilirubine

Prednison afbouwschema

 

Week : dosering, mg/kg
0 1.0
2 1.0/0.5* (te starten binnen 2 weken na het bereiken van een objectieve verbetering)
4 1.0/0.25*
6 1.0 om de dag (deze dosering continueren tot alle klinische manifestaties zijn verdwenen)
8 0.70 om de dag (te starten als alle klinische manifestaties zijn verdwenen)
10 0.55 om de dag
12  0.45 om de dag
14  0.35 om de dag
16 0.25 om de dag
18 0.20 om de dag
20  0.15 om de dag
22 0.10 om de dag

 * alternerend ene dag 1.0 en andere dag 0.5 of 0.25
Als een exacerbatie optreedt, verhoog dan de dosis met 2 levels. De betreffende dosering kan dan eerst 2-4 weken dagelijks gegeven worden, daarna weer teruggaan naar het alternerende schema. Vervolgens 3 mnd zo doorgaan voor weer een dosisverlaging uit te voeren.

Richtlijnen voor het starten van 2de lijnsbehandeling:

  • Progressie ondanks behandeling met prednison 1mg/kg/dag gedurende minstens twee weken
  • Stabiele ziekte ondanks behandeling met prednison >0,5mg/kg/dag gedurende minstens 1 maand

  • Uitblijven van respons na 1 maand standaard behandeling 

  • Niet kunnen afbouwen van prednison <1mg/kg/dag twee maanden na starten

  • Significante toxiciteit van de behandeling

Internationaal is er geen consensus over de optimale tweedelijns behandelstrategie. Keuzes voor behandelingen worden gemaakt o.b.v. ervaring, gebruiksgemak, risico op toxiciteit, lokale beschikbaarheid en kans op relapse van de primaire ziekte. Een overzicht van de beschikbare therapieen en mate van beschikbaar wetenschappelijk bewijs volgens de SORT criteria staat gegeven in onderstaande tabel, waarbij de SCT werkgroep vooralsnog geen voorkeur uit kan spreken, dus de volgorde geen hiërarchie aangeeft. Onderstaande tabel geeft daarom de in te zetten optie in alfabetische volgorde weer.

 

 

Behandeling  dosering  % respons  overleving  Level of Evidence
(SORT)
 Imatinib 100-200 mg/dag  30-79%  84% na 1,5 jaar   B
 Methotrexaat 7,5 mg/m2/week  77,6%  92% na 1 jaar   B
 MSC 1-4 infusies van 0.6 x10^6 cellen/kg/lichaamsgewicht  50-74% (CR+PR)  78% na 2 jaar  B
 Mycofenolaat mofetil  2x/dag 1000mg  7/11 en 6/23  onbekend  B
 Rituximab  375 mg/m2 iv 1x/week gedurende 4 weken  27-66%   84% na 1 jaar   B
 Ruxolitinib  2x/dag 5-10 mg  85.4%  97.4% na 6 maanden  C

 

Indien beschikbaar blijven ook PUVA bestraling, UVA lichttherapie en ECP behandelingen die overwogen kunnen worden.

In studieverband:

Experimenteel:

  • Veelbelovende data zijn beschikbaar aangaande behandeling met ibrutinib bij cGVHD (abstract Miklos Blood 2016)

 

BOS 


Voor AMC zie pulmonale afwijkingen, niet infectieus, na allogene stamceltransplantatie  (JHM-ENP-099)

Voor VUMc zie Bronchiolitis Obliterans Syndroom Protocol

 


Profylactische maatregelen:

  • CMV/EBV monitoring volgens bijbehorende documenten. Zie CMV monitoring, EBV monitoring
  • Schimmelprofylaxe:
    • VUMC: Start schimmelprofylaxe in elk geval bij hoge dosis prednison > 1 mg/kg. Indien toxiciteit optreedt, bepaalt het individuele risicoprofiel (eerdere invasieve Aspergillose, duur expositie aan prednison) de noodzaak voor continueren. Bij patiënten met een hoog risicoprofiel wordt geadviseerd schimmelprofylaxe zo mogelijk te continueren gedurende de gehele periode van prednisongebruik.. Als er geen voriconazol of posaconazol wordt gebruikt, geef dan wel profylaxe voor orale candidiasis, te weten fluconazol 1 dd 50 mg.
    • AMC: posaconazol wordt niet als primaire profylaxe, maar alleen als secundaire profylaxe gegeven. Geef bij patiënten die niet eerder pulmonale aspergillose hebben doorgemaakt, alleen profylaxe voor orale candidiasis, te weten fluconazol 1 dd 50 mg. I.p.v. continu fluconazolgebruik kan patient ook geïnstrueerd worden deze behandeling ‘on demand’ te gebruiken bij klachten van orale candidiasis.
    • Doseringen: posaconazol 1 dd 300 mg (tabletten) per os. Bij twijfel over adequate resorptie spiegels bepalen na minimaal 5 dagen gebruik (cave verlaagde spiegels bij gebruik protonpompremmer). Z.n. overgaan op voriconazol 2 dd 200 mg of posaconazol 1 dd 300 mg intraveneus.

 

  •  protonpompremmer 
  • Alendroninezuur 1 x per week 70 mg p.o.
  • calciumzout/vitamine D3 1 dd 500 mg/800 I.E. p.o.

Referenties
-

Bijbehorende documenten

Bijlage

Graft-versus-host Disesase bijagen  (MATCH-GVB-013)

 

Wijziging t.o.v. vorige versie

Verwijderd

Behandeling cGvHD

moderate/
severe
  • start prednison 1 dd 1 mg/kg
  • in principe hervatten of continueren van ciclosporine 
  • bij leverbetrokkenheid: ursodeoxychol
ondersteunende
maatregelen
  • CMV/EBV monitoring volgens betreffende hoofdstukken
  • Posaconazolprofylaxe (in AMC geen primaire profylaxe); controleer spiegel na minimaal 5 dagen
  • protonpompremmer
  • alendroninezuur plus Ca/vitD

 

Verwijderd

Richtlijnen voor het starten van 2de lijnsbehandeling:
a) progressieve cGvHD na 1 maand of
b) geen verbetering cGvHD na tenminste 2 maanden.

  • 2e lijnsbehandeling: hervatten MMF 2 dd 15 mg/kg. (nax 2 dd 1000mg)

Bij ernstige langdurige chronische GVHD die niet of onvoldoende reageert op 1e of  2e lijnstherapie, overweeg:

  • MTX te starten met 10 mg/week
  • imatinib (1 dd 200 mg; min. 2 mnd continueren en eventueel ophogen); mn in te zetten bij cutane cGVHD in de vorm van sclerodermi
  • rituximab (375 mg/m2 i.v. wekelijks gedurende 4 weken); mn in te zetten bij cutane cGVHD (let op dit wordt vooralsnog niet vergoed)
  • PUVA bestraling (via dermatoloog)
  • bij sclerodermie diepe UVA lichttherapie
  • ECP (indien beschikbaar)

Verwijderd

Profylactische maatregelen

Posaconazol 1 dd 300 mg (tabeletten) p.o.
Bij twijfel over adequate resorptie spiegels bepalen na minimaal 5 dagen gebruik (cave verlaagde spiegels bij gebruik protonpompremmer).
Innemen met (vetrijke) maaltijd. Z.n. overgaan op voriconazol 2 dd 200 mg i.v. of posaconazol 1 dd 300 mg intraveneus.
Start schimmelprofylaxe in elk geval bij hoge dosis prednison >1 mg/kg. Indien toxiciteit optreedt, bepaalt het individuele risicoprofiel (eerdere invasieve Aspergillose, duur expositie aan prednison) de noodzaak voor continueren. Bij patiënten met een hoog risicoprofiel wordt geadviseerd schimmelprofylaxe zo mogelijk te continueren gedurende de gehele periode van prednisongebruik.

Toegevoegd

zie Richtlijnen voor het starten van 2de lijnsbehandeling:

Zie Profylactische maatregelen

 

 

 

MATCH-CGH-012 versie 4
Geldig 16 juni 2017

Onder beheer van afdeling: 
Hematologen